Veelgestelde vragen over sluipverkeer

Ja, uw bedrijf blijft bereikbaar. Alleen op werkdagen tussen 15.00 en 19.00 uur geldt er een inrijverbod voor motorvoertuigen vanaf de A2. Dit geldt niet voor voertuigen met een ontheffing, lijnbussen, taxi’s, vrachtwagens en landbouwvoertuigen. In de volgende fase werken we de toegang en het beleid voor ontheffingen verder uit.

Ja, dat wordt makkelijker. Als de Veerweg wordt aangepast naar een maximumsnelheid van 60 km/uur, wordt het kruispunt Veerweg – Achterweg – Polderdijk een gelijkwaardig kruispunt.

Dat betekent dat verkeer op de Veerweg vanuit Beesd voorrang moet geven aan verkeer dat van de Achterweg komt. Zo wordt oversteken veiliger en duidelijker.

Nee, de ontheffing geldt alleen voor Beesd. We willen de maatregelen zo effectief mogelijk inzetten. Een bredere ontheffing zou veel extra kosten met zich meebrengen, terwijl het effect dan kleiner is.

Wie precies ontheffing krijgen werken we uit in de volgende fase. 

We begrijpen dat er ook op dit deel van de route overlast is. Daarom nemen we in Beesd, naast de hoofdmaatregelen, ook aanvullende maatregelen. In het huidige pakket nemen we geen maatregel voor sluipverkeer dat via afrit 13 (Culemborg) rijdt. Deze afrit ligt op grondgebied van buurgemeente Vijfheerenlanden. Wel maken we een monitorings- en evaluatieplan, om de effecten van de maatregelen te volgen en bij ongewenste verplaatsing van sluipverkeer aanvullende maatregelen te kunnen nemen. 

Veranderingen in de weg, het gedrag van mensen en navigatiesystemen kunnen onverwachte effecten hebben. Daarom hebben we vooraf zo goed mogelijk berekend wat de effecten van de maatregelen zijn, op basis van data en deskundig advies.

Na de invoering gaan we het verkeer goed monitoren. Als blijkt dat er toch ongewenste effecten zijn, zoals extra drukte in Rhenoy, kunnen we aanvullende maatregelen nemen. Daarvoor maken we een apart monitorings- en evaluatieplan.

Nee, de camera’s in Beesd houden veel sluipverkeer tegen, maar niet alles. Via afrit 15 (Geldermalsen) ontstaat alsnog sluipverkeer dat via de Boutensteinseweg rijdt. Daarom is op dat wegvak een extra maatregel nodig: een doseerinstallatie. Dat zorgt voor vertraging, waardoor sluipverkeer wordt ontmoedigd.

Ja, in de planfase werken we het ontwerp verder uit. De werkgroep en klankbordgroep blijven aangesloten. In de klankbordgroep zitten ook Land- en Tuinbouworganisatie Noord (LTO Noord) en de Nederlandse Fruitteelt Organisatie (NFO). Zij letten op de belangen van agrariërs. Een belangrijke eis is dat landbouwvoertuigen er langs kunnen.

Verkeerskundig bureau Goudappel deed in 2023 onderzoek naar sluipverkeer in West Betuwe. Daaruit blijkt dat het sluipverkeer vooral voorkomt op drie routes: Beesd-Waardenburg, Waardenburg-Meteren en Vuren-Waardenburg. Ook is het aandeel sluipverkeer onderzocht. In Beesd is in de avondspits ongeveer 50% van het verkeer sluipverkeer. Op de Marijkestraat is dat 25% in beide spitsen. Op de N830 ten westen van de A2 is dat 15–20%. Ten oosten van de A2 is dat minder dan 10%.

Niet alle auto’s, die door een straat rijden zonder aan de straat een bestemming te hebben, zijn sluipverkeer. De definitie van sluipverkeer is ‘verkeer dat de snelweg verlaat om een stuk snelweg te vermijden door via het onderliggend weggennet te rijden, om daarna weer via de snelweg verder te gaan’. De N830 is voor verkeer dat in Meteren (of Geldermalsen) woont, geen sluiproute, maar bestemmingsverkeer. 

In de verkenning is onderzocht of selectieve toegang door middel van camerahandhaving de beste maatregel is voor een bepaald wegvak. Hiervoor is expertise ingeschakeld die ook bij de implementatie van camera’s in de gemeente Vijfheerenlanden is gebruikt. In Beesd is dit het geval, in Waardenburg niet. Het is belangrijk dat de voorgestelde maatregelen ook toekomstbestendig zijn. Daarvoor moet worden voldaan aan een aantal randvoorwaarden, waaronder:

• De selectieve toegang (lees: afsluiting van de weg) is op een plek waar het verkeer een draai-/keermoment heeft of zijn route via een zijstraat kan vervolgen;
• Voor bezoekers bestaat er een acceptabel alternatief om een bestemming te bereiken buiten de afsluiting om;
• Door de selectieve toegang wordt het sluipverkeer niet één op één verplaatst naar een andere ongeschikte route;

Waardenburg voldoet niet aan deze voorwaarden.

Daarnaast is de N830 een provinciale weg met een belangrijke regionale functie om de bereikbaarheid van een groot gebied op peil te houden (een zogeheten ‘gebiedsontsluitingsweg, waaronder Meteren en Geldermalsen.

De provincie Gelderland plaatst twee VRI’s bij de op- en afrit Waardenburg. Die moeten terugslag op de A2 voorkomen en de doorstroming op de N830 verbeteren. De VRI’s zorgen ook voor een veiligere oversteek in Waardenburg. We verwachten dat ze weinig invloed hebben op sluipverkeer. In de volgende fase maken we een monitoring- en evaluatieplan om de effecten van de maatregelen te monitoren en bij te sturen als dat nodig is. De aanleg van de VRI’s nemen we hierin mee. 

Met het huidige pakket aan maatregelen wordt het sluipverkeer effectief verminderd tussen Beesd en Waardenburg en bevinden de maatregelen zich aan het begin of midden van de sluiproute en niet aan het eind van de sluiproute. We gaan met dit pakket nu eerst aan de slag op de plekken met de hoogste percentages sluipverkeer en monitoren de effecten hiervan.

De voorgestelde herinrichting zorgt ervoor dat de maximumsnelheid omlaag gaat:

• van 50 naar 30 km/u binnen de bebouwde kom
• van 80 naar 60 km/u op de wegen buiten de kom

We verwachten dat het sluipverkeer hierdoor met ongeveer 10% afneemt.

Omdat dit bord niet handhaafbaar is. In het maatregelpakket stellen we een wel te handhaven verkeersbord voor.

Gemeente en provincie werken samen met bewoners verder aan de uitwerking van de plannen voor herinrichting van de Steenweg. Verkeersveiligheid, ook voor fietsers en voetgangers, staat centraal. De oversteek bij de supermarkt wordt zeker meegenomen in de uitwerking.

Door de inrichting van de weg zo te ontwerpen en in te richten dat 30 km/u ook passend is bij de weg. Dit kan bijvoorbeeld door de aanleg van verkeersdrempels, zebrapaden of door fietsers en voetgangers meer ruimte te geven. Hierover gaan we samen met bewoners in gesprek. 

Voor het plaatsen van stoplichten is een stroompunt nodig. Rond het viaduct is geen stroompunt beschikbaar. Het aanvragen van een stroompunt bij de netbeheerder duurt minimaal een jaar. De aanvraag is inmiddels gedaan. Tijdelijke stoplichten hebben geen stroompunt nodig, maar daar kiezen we niet voor vanwege het risico op vernieling.

Ja, daar houden we rekening mee. Een fietspad is geen directe maatregel tegen sluipverkeer, maar het verbetert wel de verkeersveiligheid en leefbaarheid. Het draagt ook bij aan duurzame mobiliteit. Daarom nemen we deze kans mee als aanvullende maatregel.

In het onderzoek naar sluipverkeer in West Betuwe hebben wij een projectgebied vastgesteld. Het huidige pakket aan maatregelen vermindert het sluipverkeer in West Betuwe, op de onderzochte sluiproutes. We hebben niet onderzocht wat de effecten zijn buiten dit gebied. Wel hebben we een risico-inschatting gemaakt. Daaruit blijkt dat de kans klein is dat sluipverkeer zich verplaatst naar andere routes, omdat de omrijdtijden te groot zijn bij normale spitsdrukte. Het doel is om sluipverkeer te verminderen, niet te verplaatsen.

Omdat de gekozen maatregelen helpen om het sluipverkeer op die plekken waar het grootste aandeel sluipverkeer is, te verminderen. Door dit pakket wordt het sluipverkeer effectief aangepakt, ook voor de tussenliggende dorpen en/of buitengebieden van dorpen. 

We begrijpen dat er in Rhenoy veel overlast is, vooral als het druk is op de A2. Het voorgestelde maatregelenpakket is gericht op de plekken waar het meeste sluipverkeer is. Daarmee verminderen we de overlast in grote delen van de gemeente West Betuwe. 

Bij grote drukte of ongelukken op de snelweg zal er altijd extra verkeer door dorpen rijden. Dat is lastig helemaal te voorkomen. 

De afrit 13 Culemborg en de Diefdijk ligt op het grondgebied van Vijfheerenlanden. De gemeente West Betuwe kan daar zelf geen maatregelen nemen. We weten wel dat gemeente Vijfheerenlanden hier aanvullend onderzoek doet. In dit project richten we ons op de sluiproutes binnen de gemeente West Betuwe.

We weten dat er ook op deze route sluipverkeer rijdt. Uit ons onderzoek blijkt echter dat het percentage sluipverkeer hier lager is dan op andere plekken in de gemeente en nemen wedaarom nu niet mee.

We verwachten dat de maatregelen zorgen voor een flinke afname van sluipverkeer:

• Camerahandhaving in Beesd vermindert het sluipverkeer met bijna 100%.
• De doseerinstallatie op de Boutensteinseweg vermindert het sluipverkeer met ongeveer 45%.
• De herinrichting in Waardenburg vermindert het sluipverkeer met ongeveer 10%.

Samen stimuleren deze maatregelen verkeer om op de snelweg te blijven.

Elke maatregel is beoordeeld op 13 criteria, waaronder effectiviteit tegen sluipverkeer, kosten, bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten, auto en fiets, maar ook op en haalbaarheid (uitvoerbaar, juridisch en organisatorisch). Experts hebben op basis van deze criteria een selectie gemaakt uit veel mogelijke opties. Alleen maatregelen met voldoende effect, haalbaarheid en draagvlak zijn opgenomen in het pakket.

Het voorgestelde maatregelenpakket sluipverkeer is in lijn met de maatregelen uit het BMP. Het maatregelenpakket is een nadere uitwerking ervan, inclusief onderbouwingen. 

Alle maatregelen hebben nadelen. Het gaat erom dat de nadelen van sluipverkeer en de overlast hiervan opwegen tegen de voordelen van de maatregelen. Hierbij hebben we rekening gehouden met bereikbaarheid van bewoners, bedrijven en bezoekers. Ook hebben we rekening gehouden met verkeersveiligheid en leefbaarheid. Net als impact voor fietsverkeer, nood- en hulpdiensten en landbouwverkeer. We hebben alle belangen zorgvuldig afgewogen voordat we dit maatregelenpakket maakten.

• Camerahandhaving Beesd houdt sluipverkeer tegen, zonder overlast voor bewoners. Voor overige bewoners geldt dat zij een alternatieve route hebben die mogelijk iets kan langer kan duren. Maar heel Beesd is de overlast van sluipverkeer kwijt.
• De doseerinstallatie zorgt ervoor dat het sluipverkeer hier bijna halveert. Hier profiteren heel veel bewoners van, komt de verkeersveiligheid en ook de leefbaarheid ten goede. In de spits betekent het inderdaad een vertraging die maximaal 12 minuten duurt, buiten de spits is er alleen een kleine vertraging van tussen de halve minuut en 2 minuten. Maar daar staan veel voordelen tegenover voor het gebied ten westen van de A2.

Een van de projectuitgangspunten is dat gemeente en provincie maatregelen nemen waar zij als wegbeheerder over gaan. Maatregelen aan de snelweg maken daarom geen onderdeel uit van de maatregelen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat hebben geen capaciteit, geen geld en geen stikstofruimte om hieraan te werken. 

We hebben regulier overleg met de nood- en hulpdiensten. En houden rekening met de eisen vanuit de hulpdiensten. Door het pakket aan maatregelen verbetert ook de bereikbaarheid voor hen.

Mensen rijden inderdaad steeds meer op navigatie. Daar houden we zeker rekening mee. Waar mogelijk wordt invloed uitgeoefend op navigatiesystemen. Maar alleen digitale oplossingen zijn niet genoeg. Daarom nemen we ook fysieke maatregelen, zoals camerahandhaving of doseerinstallaties. Eenmaal gerealiseerd zorgen deze maatregelen ervoor dat navigatiesystemen automatisch andere routes gaan voorstellen.

Het huidige maatregelenpakket is een voorstel. In oktober besluit het college van B&W hierover, daarna volgt in november een besluit van de gemeenteraad. Bij een positief besluit start de planfase. In die fase worden de maatregelen uitgewerkt, kosten berekend en juridische procedures voorbereid. Daarna volgt opnieuw bestuurlijke besluitvorming. Pas daarna start de uitvoering: de realisatiefase.

Eerst is onderzoek gedaan naar het probleem en waar dit zich voordoet (2023). Daarna onderzochten we welke oplossingsrichtingen mogelijk zijn (2024). Dit jaar (2025) presenteren we een concreet pakket aan maatregelen. Nu ligt er een samenhangend pakket, dat zorgvuldig is onderzocht en waarvan de effectiviteit ook is onderzocht. Na deze fase volgt nog een planfase, waarna de voorbereiding realisatie en realisatiefase kan starten. 

Voorafgaand aan een project wordt een participatie en communicatieplan opgesteld. In de vorige fasen is vooral gewerkt met online enquêtes. Voor de participatie in deze fase (verkenning) is ervoor gekozen om in gesprek te gaan met bewoners via een werkgroep en klankbordgroep. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers van de kernen Beesd (werkgroep ontmoediging sluipverkeer), Waardenburg (werkgroep kernagenda Waardenburg). Het buitengebied van Rumpt is via de werkgroep in Beesd vertegenwoordigd. Het buitengebied van Tuil en Haaften heeft geen werkgroep. Maar er zaten wel inwoners in de werkgroep. 

Naast een werkgroep (voor bewoners) is een klankbordgroep opgericht, om niet alleen bewonersbelangen aan tafel te hebben, maar ook de belangengroepen aan tafel te hebben 

Via de 2 informatieavonden op 1 en 10 september 2025 informeerden we alle andere inwoners en geïnteresseerden over het pakket aan maatregelen tegen sluipverkeer. Tijdens de avonden konden mensen vragen stellen en alle zorgen en aandachtspunten aangeven. 

Als het college van B&W en de gemeenteraad instemmen met de plannen, gaan we deze plannen zo snel mogelijk uitwerken en uitvoeren. Op basis van huidige planning gaan wij uit van start realisatie: 

• Camerahandhandhaving: vanaf eerste kwartaal 2027
• Doseerinstallatie: vanaf tweede kwartaal 2027
• Herinrichting Waardenburg: vanaf 2028

We verwachten dat dit pakket effectief is tegen sluipverkeer in West Betuwe. Toch is verkeer mensenwerk en zijn effecten nooit helemaal vooraf te voorspellen. Daarom stellen we in de volgende fase een plan op voor monitoring en evaluatie. Zo volgen we de effecten actief en kunnen we bijsturen als er ongewenste gevolgen ontstaan.

Ja, dat kan. We horen graag als u geïnteresseerd bent om in de planfase deel te nemen in de werkgroep of de klankbordgroep via sluipverkeer@westbetuwe.nl. Wij zorgen er dan voor dat elke kern (in werkgroep) of elk belang (in klankbordgroep) is vertegenwoordigd. 

Wij zijn bezig met een onderzoek naar sluipverkeer en hoe de overlast hiervan is te verminderen. Bij dit soort onderzoeken gaat het allereerst om effectiviteit, bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Milieu aspecten (lucht, geluid, stikstof) spelen een rol om te bepalen of de maatregelen technisch en juridisch uitvoerbaar zijn. Dus hier houden we wel degelijk rekening mee, maar later in het proces, meer richting (voorbereiding) realisatie. 

Nee. Milieuonderzoek of luchtkwaliteit is nu geen onderdeel van het onderzoek. Bij het onderzoek naar sluipverkeer ligt de focus op bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Milieuonderzoek, zoals luchtkwaliteit, komt mogelijk aan bod in de voorbereiding op de realisatiefase.